Wat is functioneel trainen?
Functioneel trainen, je hebt er ongetwijfeld wel eens van gehoord. De laatste jaren is het een enorme hype geweest. Het is zo’n typisch begrip dat iedereen kent, maar waarvan eigenlijk niemand een specifieke definitie kan geven. Want wat is functioneel trainen eigenlijk?
De naam functioneel trainen zegt het eigenlijk al. Je traint om een bepaalde functie te verbeteren. Welke functie dit betreft hangt sterk af van het doel van trainen. Je kan natuurlijk trainen omdat je het leuk vind maar vaak traint iemand om cosmetische redenen of om bepaalde prestaties te behalen. In dit laatste geval spreken we van functioneel trainen. Ook het vakgebied en dus de context waarin het wordt gebruikt is van belang. Zo zal een fysiotherapeut met name het verbeteren van functie in algemeen dagelijkse levensverrichtingen als functioneel trainen zien. Terwijl een trainer van een topsporter vooral denkt aan het verbeteren van bepaalde specifieke functies in de sport. Los van de context waarin de naam functioneel trainen wordt gebruikt dient er in alle gevallen rekeningen gehouden te worden met zowel de biomechanische- als de inspanningsfysiologische vereisten. De biomechanische vereisten hebben betrekking op bewegingen die plaatsvinden in gewrichten, spieren en ledematen. Wat betreft de inspanningsfysiologische vereisten moet je denken aan bijvoorbeeld hoelang de inspanning duurt en met welke intensiteit.
Krachtapparatuur vs. losse gewichten
De grote belangstelling voor functioneel trainen heeft er mede voor gezorgd dat er naast het gebruik van de gebruikelijke krachtapparatuur ook steeds meer op de traditionele manier wordt getraind. Hiermee bedoelen we het trainen met losse gewichten als dumbells, halters en kettlebells. Trainen met krachtapparatuur kenmerkt zich vooral door het gemak en de veiligheid. De beweging wordt namelijk in een gedwongen richting geleid en ondersteund door veiligheidssystemen. Dit in tegenstelling tot het trainen met losse gewichten. Waar krachtapparatuur je dwingt om zogenaamd in 2D te trainen maken losse gewichten het mogelijk om in 3D te trainen. Het trainen in 3D lijkt meer op het bewegen in het echte leven en wordt vaak functioneel trainen genoemd. Kenmerkend aan 3D trainen is dat er meer beroep op stabiliteit wordt gedaan, een eigenschap die wederom deel uitmaakt van functioneel trainen.
Rage against the machine?
Op basis van bovenste kenmerken is er een beeld ontstaan dat trainen met losse gewichten moeilijker is en dus uitsluitend bestemd is voor een topatleet of doorgewinterde trainer. Dit beeld heeft erin resulteert dat veel sporters (maar vooral ook trainers) er een ‘rage against the machine’ visie op nahouden. Een visie die vooral beperkt is en alles behalve een juist beeld van trainen weergeeft. De een is namelijk niet superieur aan de ander. Dit geldt zowel voor trainingsmaterialen als voor oefeningen. Er zijn geen slechte trainingsmaterialen of oefeningen, wél zijn er slechte toepassingen. Helaas uit zich dit binnen functioneel trainen vaak in volslagen nutteloze kunstjes op een bal zoals de afbeelding bij dit blog. Indien deze heren ambities hebben om in een circus te gaan werken sluiten we in dit geval niet uit dat het een ‘functionele training’ zou kunnen zijn ;)
Gym Rebel