
Eet je meer of minder in het bijzijn van anderen?
Onze sociale omgeving heeft invloed op ons gedrag en dus ook op ons gedrag ten aanzien van voeding. Zo veranderen we namelijk ons eetgedrag in het bijzijn van anderen. In sommige gevallen eet je meer en in andere gevallen juist minder. Hoe zit dit precies?
In restaurants blijkt de grootte van het gezelschap invloed te hebben op de hoeveelheid die je eet. Hoe groter de groep, hoe langer je namelijk aan tafel blijft en, je raadt het natuurlijk al: des te meer er gegeten wordt (de Castro JM, Brewer EM 1992). Eten in gezelschap is ook een vorm van multitasken. Dit maakt het ontzettend moeilijk om de hoeveelheid voedsel te kunnen monitoren (Ward A 2000).
Natuurlijk zijn er ook situaties waar je in gezelschap juist minder gaat eten. Neem bijvoorbeeld een eerste date, een gezelschap waar je niet helemaal jezelf kunt zijn of in een gezelschap waar jij degene bent die voortdurend aan het woord is (Lendenen VI 1994).
Je bent met wie je eet
Uit een onderzoek, waarin twee vrienden instructies kregen om specifiek voedsel te eten tijdens een opdracht met een derde vriend (die van niks wist, maar wel meer van het specifieke voedingsmiddel ging eten), blijkt dat vrienden de meeste invloed hebben op ons eetpatroon (Howland M 2012). Van je vrienden moet je het hebben ;)
Niet alleen de aanwezige personen maar ook wat men denkt dat anderen doen heeft invloed op ons eetgedrag (Festinger L 1954). Zo zien we dat het hergebruiken van handdoeken in hotels aanzienlijk omhoog gaat wanneer men vermeld dat 75% van de gasten dit doet (Goldstein NJ 2008). In de psychologie heet dit de theorie van sociale invloed die vertelt hoe mensen eerder geneigd zijn om te doen wat ze als de norm zien. Het stelt dat mensen de neiging hebben om hun gedrag aan te passen aan de mensen om hen heen, en dat de mensen die dichtbij zijn sterkere effecten hebben dan degene die verder weg zijn.
In vervolgonderzoeken naar eetgedrag worden opnieuw twee van een trio instructies gegeven meer of minder koekjes te eten gedurende een gezamenlijke opdracht. Later werden ze van elkaar gescheiden voor individuele opdrachten en wat bleek? Het gezamenlijke eetpatroon werd ook tijdens de individuele opdracht gewoon doorgezet. De instructies in de groep bleek duidelijk te correleren met het gedrag als de vriend of vriendin alleen was.
Ook in Nederland werd een dergelijk onderzoek gedaan. Zo werd een deel van een groep studenten verteld dat 73% van de mede-studenten de norm van twee stuks fruit per dag haalden. In een andere groep werden de studenten medegedeeld dat het slechts om 27% ging. Uiteindelijk bleek dat de studenten die in de 75% groep zaten de daarop volgende weken meer fruit gingen eten. Dit terwijl er geen verandering was in de de groep waar medegedeeld werd dat 27% de norm van twee stuks fruit per dag haalden (Stok FM 2012).
Belang van sociale steun
Met wie je eet en welke normen er gelden in de sociale netwerken waarin je je begeeft heeft invloed op je eetgedrag. Wanneer je van plan bent om verandering in je eetpatroon te gaan aanbrengen is dit gemakkelijker als er mensen zijn die jou hierin steunen.
Deze mensen zouden je moeten steunen omdat ze het belangrijk voor jou vinden. Als de steun gemotiveerd wordt door eigenbelang blijkt dit juist te demotiveren (Kappes HB 2011). De partner die jou ‘steunt’ omdat die jou graag slanker zou willen zien is dus alles behalve een goede motivatie. Een partner die het jou gunt, trots is dat je met jezelf aan de slag gaat en je hierin steunt is daarentegen van onschatbare waarde. Iemand moet het jou dus ook echt gunnen en je positief steunen (Stephenson MA 2010).
Nog mooier zou zijn als mensen deels of geheel meedoen, vooral in een gezin. Mocht dit niet lukken dan is het in ieder geval raadzaam om steun bespreekbaar te maken. Daarmee wordt de kans op succes alleen maar groter.
Gym Rebel